Niet alleen snaren komen tegenwoordig in alle geuren en kleuren, dat geldt ook voor hars. Waar moet je op letten en hoe kies je de juiste hars?
Wat is hars?
Hars wordt ook wel eens colofonium of colophane genoemd. Er bestaan grofweg drie soorten harsen:
- Tallolie hars: een bijproduct van papierproductie. Dit soort hars wordt doorgaans in goedkopere harsblokjes voor beginnende studenten gebruikt.
- Houthars: wordt gewonnen van afgestorven bomen.
- Pijnhars: dit is wat doorgaans gebruikt wordt in de meeste harsblokken voor strijkinstrumenten. Het gaat om sap dat uit levende bomen gewonnen wordt, doorgaans uit naaldboomsoorten en coniferen (of een mix van verschillende soorten).
Om tot een harsblokje te komen wordt het gewonnen hars een aantal keer gekookt en gezuiverd, en mogelijk aangevuld met een aantal extra ingrediënten zoals bijenwas. Vervolgens wordt het gedroogd en gepolijst, om dan uiteindelijk tot in jouw viool- of cellokist terecht te komen. Elk soort harsblokje heeft zijn eigen (vaak geheime) mix van harssoorten van verschillende soorten bomen en toevoegingen.
Hoe werkt hars?
Ooit al eens geprobeerd te strijken met een vers behaarde boog? Dan zal je gemerkt hebben dat er bitter weinig klank uit je instrument komt!
Het paardenhaar van een strijkstok is te glad om grip te hebben op de snaren en ze te laten trillen. Daarom maken we gebruik van hars. Dit zorgt ervoor dat het oppervlak van de haren plakkerig wordt. Als je strijkt, dan ben je eigenlijk continu een spanning aan het creëren tussen boogharen die op de snaar kleven door de hars, jouw trekkracht, en het moment waarop jouw trekkracht te sterk wordt en de boog de snaar loslaat, waardoor ze trilt. Een boogstreek is dus eigenlijk een continu plakken en lostrekken van de boogharen.
Welke soorten hars zijn er?
Er zijn ondertussen zoveel soorten hars dat je mogelijk door het bos de bomen niet meer kan zien (pun intended)! Er zijn gelukkig een aantal richtlijnen die je al mogelijk in de goede richting helpen.
Eerst en vooral zegt de prijs van de hars je al veel. Misschien een dooddoener, maar wel realiteit.
- Goedkopere harsblokjes hebben vaak een minder geavanceerd productieproces. Het resulterende hars is bijvoorbeeld minder zuiver. Dat kan ervoor zorgen dat deze harsblokjes meer stof genereren en een minder zuivere klank als gevolg hebben. Ze zijn interessant voor bijvoorbeeld beginners.
- Duurdere harsblokjes zijn zuiverder, en produceren doorgaans minder stof. Ze laten een complexere klank toe dan onzuivere harsblokjes.
Aan de kleur van hars kan je ook al veel zien. Die varieert van heel licht, tot amberkleurig, en vervolgens tot donker.
- Lichtkleurige hars is doorgaans harder en plakt minder dan donkere hars. Dat zorgt ervoor dat de boog minder grip heeft op de snaren, maar dat ze een gladdere klank kan produceren.
- Donkerkleurige hars is doorgaans zachter en plakt dus meer. Dat heeft als gevolg dat de boogharen meer grip hebben, en dat ze daardoor ook meer grainy klank produceren.
- Amberkleurige hars (met een rode schijn) zit tussen lichte en donkere hars in en zoekt dus een balans tussen beide eigenschappen.
Naast de kleur kan je ook kijken of er additieven in de hars zitten, vaak metalen. Het idee erachter is dat ze de manier van grip van de boogharen op de snaar beïnvloeden. Klassiekers hierin zijn:
- Goudschilfers: produceren en warme, heldere klank.
- Zilverschilfers: zorgen voor een meer geconcentreerde, heldere klank.
- Koperschilfers: creëren een warme, fluwele klank, en wordt wel eens gebruikt om het leven van beginnende spelers makkelijker te maken.
Waar moet ik op letten bij het kiezen van hars?
De zoektocht naar de juiste hars is finaal altijd erg persoonlijk. Volgende punten kunnen je wel op weg helpen om de keuze te beperken:
- Instrument: elk harsblokje kan in principe op elk instrument gebruikt worden, op contrabashars na. Die laatste is bijna stroperig, en het is geen goed idee om die op je vioolboog te smeren. Doorgaans geldt wel: hoe "hoger" het instrument, hoe lichter de hars. Violisten verkiezen doorgaans lichtere hars, omdat ze geen nood hebben aan strakke grip en een zachtere klank verkiezen. Het omgekeerde geldt voor cellisten (en zeker contrabassisten): die verkiezen meestal donkere hars voor de extra grip op de dikkere, lage snaren.
- Klimaat: in warme, vochtige klimaten is het interessanter om lichtere hars te gebruiken, omdat donkere hars sneller smelt en klontert. Maar in de lage landen is dat gelukkig niet echt van toepassing.
- Speelstijl: als je uit jezelf al een "zware" booghand hebt en graag druk zet, dan is een donkere harssoort met veel grip waarschijnlijk overkill. Het omgekeerde geldt voor spelers die een lichte speelstijl prefereren.
- Stofvorming: sommige harsblokjes laten meer stof achter op je snaren (en instrument). Dat zorgt voor meer grip, maar kan ook nadelig worden als het stof te snel opstapelt. Sommige harssoorten hebben als extra verkoopargument dat ze weinig stof produceren, wat een heldere klank toelaat. Maar vaak zijn ze ook duurder.
- Toevoeging van metalen: zoals eerder besproken kan de toevoeging van metalen de klank positief beïnvloeden, afhankelijk van het soort metaal dat toegevoegd wordt.
Hoe vaak en hoe veel moet ik hars aanbrengen?
Hoe vaak je hars aanbrengt, is vaak een persoonlijke keuze. Maar er zijn ook enkele leidraden.
Het hangt in eerste instantie af van het soort hars dat je gebruikt. Doorgaans geldt: hoe zachter de hars (en meestal dus hoe donkerder), hoe minder je moet aanbrengen. Vaak zijn enkele strijken over de boog voldoende (behalve als je met een nieuw behaarde boog zit; die dien je stevig in te smeren eerst). Contrabashars dient typisch sporadisch en maar met enkele bewegingen aangebracht te worden. De vaak gehoorde regel dat je voor iedere oefen- en speelbeurt hars dient aan te brengen, is dus niet noodzakelijk van toepassing.
Belangrijk is wel dat je je snaren en instrument na elke speelbeurt reinigt. Dat vermijdt ophoping van hars-stof.
Zorg er alleszins voor dat je best geenverschillende soorten harsen mixt. Dat "vervuilt" namelijk je boogharen en kan nadelig zijn voor de klankkwaliteit. In een ideale situatie verander je van harssoorten na een verse beharing van je boog.
Tot slot
Hars is, net zoals snaren, helaas geen exacte wetenschap, en finaal een erg persoonlijke keuze. Het loont om waar mogelijk te experimenteren met verschillende harssoorten, of ervaringen te vragen van jouw collega's. Succes met de zoektocht!